Goudkoorts
Solo kaartspel
Jogledor
© 2017 Jogledor, P.D. de Jong 'Ariesz.'; alle rechten
voorbehouden, all rights reserved
1. Inleiding
2. Benodigdheden,
voorbereiding
3. Het spel
4. Tactiek
5. Samenvatting spelregels
De goudkoorts heeft u
gegrepen! U heeft uw laatste geld uitgegeven om naar goudklompjes te
gaan zoeken. Een helicopter zet u met gereedschap en proviand af in
een woest gebied vol rotsen, struikgewas en beddingen van
bergstroompjes. Na precies 52 dagen
wordt u weer
opgepikt door de helicopter. Tenminste, als u op tijd terug bent, want
anders bent u verloren. Zolang u nog niet genezen bent van de
goudkoorts, dan gaat u op een
tweede expeditie en op een derde... Maar iedere volgende expeditie is
duur en u moet alles vooraf betalen van het goud dat u met zoveel
moeite gevonden heeft.
Tijdens een expeditie besteedt u de dagen aan de volgende drie
activiteiten:
- nieuw terrein verkennen
- eerder verkend terrein doorkruisen
- naar goud zoeken.
Er zijn zes soorten terrein:
- de joker:de
plek waar de helicopter u heeft afgezet en weer zal oppikken, hier is
geen goud te vinden
- schoppen:
ontoegankelijke rotsen
- klaver:
struikgewas, kost u een dag extra om doorheen te komen en er
is geen goud te vinden
- ruiten 1 (aas) t/m 10:
gemakkelijk begaanbaar terrein met een uiterst kleine kans om goud te
vinden
- harten 1 (aas) t/m 10:
gemakkelijk
begaanbaar terrein met een kleine kans om goud te vinden
- rode (ruiten of
harten) boer, vrouw, heer: gemakkelijk begaanbaar terrein
met een grote kans om goud te vinden.
Heeft
u op een stuk terrein goud gevonden, dan is vervolgens de kans om er
nog meer goud te vinden uiterst klein. U moet dus steeds
verder
op zoek gaan naar geschikte vindplaatsen en de verleiding is groot om
diep het gebied in te gaan, ver van de plek waar de helicopter
u weer zal ophalen. Nog een paar dagen hier goud zoeken
en nog een paar dagen daar, en voor u het weet bent u niet meer op tijd
voor de helicopter.
Benodigd zijn:
1
standaard
kaartspel
van 52 kaarten plus één joker
2 dobbelstenen
1 pion, dat
bent uzelf, dus zoek maar een mooi figuurtje uit
15 goudklompjes,
bij gebrek aan goudklompjes zijn gele of witte fiches of damstenen ook
goed
10 anderskleurige fiches (of
damstenen of kiezeltjes of ...)
U legt de joker met de voorkant omhoog midden op de speeltafel.
Dit is de plek waar de helicopter u heeft afgezet en weer zal oppikken.
U zet de pion op de joker. U schudt de 52 kaarten en legt deze met de
achterkant omhoog op één stapel op de tafel. Dit is de raapstapel, het
zijn de dagen die u nog heeft om naar goud te zoeken en om
terug
te keren naar de plek waar de helicopter u zal oppikken, oftewel de
joker. Uw zoektocht naar goud kan beginnen.
Op de joker is geen goud te vinden, u moet dus het terrein gaan
verkennen. Hiertoe
trekt u de bovenste kaart van de raapstapel en legt deze kaart met
de achterkant omhoog op tafel met één zijde tegen een kaart die er al
ligt (bijvoorbeeld de joker), altijd de korte zijde tegen de korte
zijde en de lange zijde
tegen de lange zijde. De kaarten liggen dus altijd "rechtop" en nooit
een kwart slag gedraaid. Pas nadat u de getrokken kaart op de door u
gekozen plek heeft neergelegd, draait u de kaart om. Als de kaart een
rode kaart is, d.w.z. harten of ruiten, dan mag (is niet verplicht) u
de pion direct naar deze nieuw neergelegde kaart verplaatsen zonder dat
dit u
een dag extra kost. Is de kaart een klaver, dan mag (is niet
verplicht) u de pion direct naar deze nieuw neergelegde kaart
verplaatsen,
maar vanwege het struikgewas kost u dit één dag, d.w.z. u legt de
bovenste kaart van de raapstapel op de
"weglegstapel", ongezien,
dus met de achterkant omhoog. Is de "terreinkaart" schoppen, dan mag u
nooit de
pion op deze kaart zetten.
U kunt de pion verplaatsen naar een
aangrenzende
kaart die eerder is neergelegd, behalve dus naar een
schoppen kaart. Als u de pion verplaatst naar een eerder neergelegde
kaart, dan kost dit één
kaart, oftwel één dag, voor de joker en voor rode kaarten
(ruiten en harten), maar het kost u twee
kaarten
als u de pion wilt verplaatsen naar een eerder neergelegde klaver
kaart. U verplaatst de pion altijd via de zijden van de kaarten, nooit langs de hoekpunten.
Als de pion op een rode kaart (harten of ruiten) staat kunt u hier naar
goud zoeken.
Voor iedere kaart, die u ongezien van de raapstapel op de weglegstapel
legt, mag u één keer met de twee dobbelstenen gooien. U vindt één
goudklompje bij de volgende worpen:
- dubbel zes:
op ruiten 1 (aas) t/m 10 en op andere rode kaarten waarop een fiche ligt
- dubbel één, twee,
drie, vier, vijf of zes: op harten 1 (aas) t/m 10 zonder
fiche
- het totaal van de ogen
van beide dobbelstenen is zeven of groter: op een rode
(harten of ruiten) boer, vrouw en heer zonder fiche.
Als
op een harten kaart of op een ruiten boer, vrouw of heer een
goudklompje is gevonden, dan wordt er op deze kaart een fiche gelegd,
zodat hierna dubbel zes gegooid moet worden om er opnieuw een
goudklompje te
vinden.
Als de raapstapel leeg is, moet de pion weer op de joker staan, anders is het spel verloren.
Het is dus van belang in de gaten te houden hoeveel "dagen" de pion van
de joker verwijderd is, want over eerder neergelegde kaarten teruglopen
kost 1 kaart per rode kaart en 2 kaarten per
klaver kaart en bovendien ook nog 1 kaart om de pion op de joker te
plaatsen .
U heeft het spel gewonnen,
als u in het totaal tien
goudklompjes of meer in uw bezit heeft en u teruggekeerd bent op
de joker als (of voordat) de raapstapel leeg is. De
kans dat u dit in één expeditie lukt is zeer klein. Om het spel te
kunnen winnen zult u dus meerdere keren op expeditie moeten gaan,
steeds weer in een nieuw gebied. Hiertoe worden de
anderskleurige fiches van de kaarten afgenomen en worden alle 52
kaarten (exclusief de joker)
geschud en opnieuw op één raapstapel gelegd. U moet
drie goudklompjes
betalen om opnieuw gedropt te worden op de joker. Heeft u aan het einde
van een expeditie geen drie goudklompjes, dan kunt u niet verder spelen
en heeft u ook verloren.
De kans is klein om goud te vinden op een ruiten kaart met de waarde 1
(aas) t/m 10 en op andere rode kaarten waar u eerder goud heeft
gevonden en waarop dus een fiche ligt. U moet dan namelijk dubbel zes
gooien. De kans hierop is één keer in de 36 worpen, oftewel u moet
gemiddeld 36 dagen zoeken om één goudklompje te vinden,
terwijl u in het totaal maar 52 dagen heeft.
Om de eerste keer goud te vinden op een rode (ruiten of harten) boer,
vrouw of heer moet u zeven of meer gooien. De kans hierop is een half,
oftewel gemiddeld twee dagen zoeken voor een goudklompje. Na het eerste
goudklompje stijgt de gemiddelde zoekduur echter weer naar 36
dagen. Het loont dus om eerst het terrein te verkennen op zoek naar een
goede vindplaats, maar daarna moet men weer verder. Onderweg kan
men zoeken op harten 1 (aas) t/m 10. Hier kost het
gemiddeld zes dagen om een goudklompje te vinden.
Schoppen kaarten zijn niet toegankelijk en kunnen de terugweg naar de
joker langer maken. Vergeet ook niet om twee dagen te reken om op een
eerder neergelegde klaver kaart te kunnen gaan staan.
Eens in de ongeveer vierhonderd expedities kan het gebeuren, dat de
joker aan alle vier de zijden omringd wordt door schoppen kaarten. Deze
expeditie kan er dan niet naar goud gezocht worden. Was
dit de eerste expeditie of heeft men na afloop minder dan drie
goudklompjes, dan heeft men verloren.
Gewonnen:
10 goudklompjes en de pion terug op de joker als (of voordat) de
raapstapel leeg is
Verloren: na afloop van een expeditie minder dan 3
goudklompjes of de pion niet op de joker als (of voordat) de
raapstapel leeg is.
Iedere volgende expeditie: kost 3 goudklompjes
Nieuw terrein:
leg de bovenste kaart van de raapstapel met
de achterkant omhoog op tafel met één zijde tegen een kaart die er al
ligt (korte zijde tegen korte zijde, lange zijde
tegen lange zijde), draai de kaart om, vervolgens geldt:
rode kaart
(harten of ruiten): pion mag (hoeft niet) direct naar deze nieuw
neergelegde kaart zonder tijdverlies;
klaver:
pion mag (hoeft niet) direct naar deze nieuw neergelegde kaart,
maar dit kost één dag oftewel één kaart (vanwege struikgewas);
schoppen:
pion mag nooit naar deze kaart (rotsen).
Reeds verkend terrein:
men mag de pion verplaatsen naar een
aangrenzende
kaart die eerder is neergelegd; het tijdsverlies is afhankelijk
van de soort
kaart:
joker, rode
kaart (harten of ruiten): kost één kaart
klaver:
kost twee kaarten (struikgewas);
schoppen:
pion mag nooit naar deze kaart (rotsen).
De pion moet altijd via de zijden van aangrenzende kaarten verplaatst
worden, nooit langs de
hoekpunten.
Goud zoeken:
iedere worp (met de twee dobbelstenen tegelijk) staat voor een hele dag
zoeken en kost dus één
kaart; er wordt één
goudklompje gevonden bij de volgende worpen:
op ruiten 1
(aas) t/m 10 en op andere rode kaarten waarop een fiche ligt:
dubbel zes
op harten 1
(aas) t/m 10 zonder
fiche: dubbel één, twee,
drie, vier, vijf of zes:
op een rode
(harten of ruiten) boer, vrouw en heer zonder fiche: het
totaal van de ogen
van beide dobbelstenen is zeven of groter.
Als
op een harten kaart of op een ruiten boer, vrouw of heer een
goudklompje is gevonden, dan wordt er op deze kaart een fiche gelegd,
zodat hierna dubbel zes gegooid moet worden om er opnieuw een
goudlompje te
vinden.
www.jogledor.nl
© 2017 Jogledor, P.D. de Jong 'Ariesz.'; alle rechten
voorbehouden, all rights reserved